Er worden regelmatig fouten gemaakt in de btw-percentages bij het factureren van meerdere diensten, producten en/of onkostenvergoedingen. Zo hoor je regelmatig dat je maar één btw-percentage mag hanteren op een factuur. Soms wordt er helemaal geen btw gerekend over onkosten. Hoe hoort dit nu eigenlijk? Welnu, alles is afhankelijk van de vraag of er sprake is van gecombineerde goederen of diensten.
Als er sprake is van een combinatie van goederen en/of diensten dan kies je het btw-percentage behorende bij het hoofdbestanddeel van deze combinatie.
Is er geen sprake van een combinatie van goederen en/of diensten? Dan reken je per afzonderlijk deel een verschillend btw-tarief.
Gecombineerde goederen en diensten
Volgens de belastingdienst is sprake van gecombineerde goederen en diensten in de volgende gevallen:
- de gemiddelde consument ziet de combinatie als 1 geheel
- je levert een dienst waarbij je ook materialen gebruikt.
Bijvoorbeeld: je bent fietsenmaker en je gebruikt plakmateriaal bij het repareren van een lekke band. - de materialen zijn ondergeschikt aan de dienst.
Bijvoorbeeld: een kapper die je haar wast met shampoo. - je levert goederen waaraan je ook diensten verricht.
Bijvoorbeeld: je verkoopt zonnepanelen en monteert deze.
Voorbeeld: afzonderlijke product of combinatie?
Je hebt een reisbureau en je verkoopt naast de reis (21% btw) ook een reis- en annuleringsverzekering (vrijgesteld van btw). Deze verzekeringen blijven dan vrijgesteld van btw, omdat zij geen vast onderdeel zijn van de reis. Je klant kan deze verzekeringen namelijk ook apart of bij een andere ondernemer afnemen. Er is hier dus sprake van twee afzonderlijke producten.
Voorbeeld: afzonderlijke dienst of combinatie?
Als kapper zijn je diensten belast met 6% btw. Daarnaast verkoop je verschillende haarproducten zoals shampoo, haarverf en gel. In de losse verkoop zijn deze producten belast met 21% btw. Worden ze echter gebruikt tijdens de behandeling? Dan is die behandeling het hoofdbestanddeel. Je de gebruikte haarproducten dus in rekening brengen tegen 6% btw.
Verzendkosten en btw
Verzendkosten zijn altijd onderdeel van een combinatie met goederen. Hierbij geldt dat de goederen het hoofdbestanddeel vormen. Het btw-tarief op de verzendkosten wordt dus bepaald door het btw-tarief op het verzonden goed. Lever je met een verzending meerdere, afzonderlijke goederen met verschillende btw-tarieven? Dan hanteer je voor de verzendkosten het hoogst gebruikte btw-percentage.
voorbeeld: verzendkosten en btw
Stel je hebt een webshop en je verkoopt onder andere literatuur en bordspellen. Een klant bestelt bij jou een boek en een bordspel. Boeken zijn belast met 6% btw, bordspellen met 21% btw. Op de factuur reken je dus 6% btw over het boek, 21% btw over het bordspel en 21% btw over de verzendkosten.
voorbeeld: treinkosten doorfactureren naar je klant
Stel je werkt als consultant voor een klant in Amsterdam. Gedurende een maand ga je vier dagen per week met de trein vanuit Den Bosch naar zijn kantoor. Je hebt met je klant afgesproken dat je de reiskosten vergoed krijgt. Je treinkosten over de hele maand bedragen € 250. Je bent zelf 21% btw-plichtig. Op treinkosten zit een tarief van 6% btw.
Er is hier duidelijk sprake van een gecombineerde dienst. Je werkzaamheden zijn daarbij het hoofdbestanddeel. Ook over de treinkosten zal je daarom 21% btw moeten heffen. Dit doe over de treinkosten exclusief btw. De kosten exclusief btw zijn 250/106 * 100 = € 235,85. Deze zet je op de factuur aan je klant en rekent er 21% btw over. Dit resulteert in afgerond 1,21 * 235,85 = 285,40.
